Steven Arents - 25 mei 2022
Jurgen Slembrouck, verbonden aan de vrijzinnige dienst op de Universiteit Antwerpen, publiceerde op 23 mei in De Morgen een opiniestuk “Het regenboogactivisme zet burgers tegen elkaar op”. Een stuk dat de schuld van recentelijke homofobe uitspattingen bij de LGBTQ+-beweging legt, een beweging die enkel gelijke behandeling en respect voor iedere burger eisen.
Zulke beschuldigingen zijn niets nieuws. Doorheen de geschiedenis kreeg de progressieve sociale strijd telkens de beschuldiging dat ze maatschappelijke onrust creëerde. Op 12 april 1963 schreven acht witte geestelijken een open brief over de protesten van Martin Luther King. Hierin beschuldigden ze de burgerrechtenbeweging ervan burgerlijke onrusten te veroorzaken. “De zwarte gemeenschap moest zich maar kalm houden en justitie hun werk laten doen.” Alsof dat iets zou uithalen.
Een regenboogvlag hangen is het minste dat officiële instanties kunnen doen, maar is allesbehalve een dwangmiddel voor een imaginaire ‘holebi -en transgender’-agenda.
Of het nu om Amerikaanse burgerrechten of om de feministische eis tot gelijk stemrecht gaat, burgerlijke onrusten waren een wederkerend reactionair discours, om de status quo te veranderen. Het is bizar om het argument ‘maatschappelijke onrust’ uit de mond van iemand die werkt in de vrijzinnige zuil te horen. De geschiedenis van de georganiseerde vrijzinnigheid, zowel in België als internationaal, is immers gebaad in het schoppen tegen klerikale schenen, gebaad in gedurfd protest tegen de status quo, gebaad in, jawel, burgerlijke onrust. Zou Slembrouck braafjes de strijd neerleggen vanwege beschuldigingen tot het opwekken van burgerlijke onrust? We kijken vandaag met positieve blik naar deze cruciale sociale bewegingen van oudsher en hun verwezenlijkingen. Maar in plaats van te leren uit de geschiedenis, kiest Slembrouck ervoor om deze kortzichtige retoriek te herhalen.
Een heidense calimero
“Dat burgers via de overheid nu haast gedwongen worden onder de regenboogvlag te varen en respect te betuigen lokt vanzelfsprekend weerstand uit” - Slembrouck
Tot de dag dat elke Belg verplicht met de hand op het kruis Celine Dion moet zingen voor de regenboogvlag, dwingt de overheid net niets af. Maar het is makkelijker voor sommigen om te argumenteren tegen een fantoom dan tegen een daadwerkelijke positie. Geaardheid is, net als huidskleur of gezondheidstoestand, evenmin een keuze. Mensen worden als LGBTQIA+-personen geboren. Desondanks is deze geaardheid de bron van dagelijkse haatspraak en misdrijven. Hierin moet de overheid dringend tonen dat ze achter de slachtoffers staat van dergelijke discriminatie, zowel in beleid als in symboliek. Een regenboogvlag hangen is het minste dat officiële instanties kunnen doen, maar is allesbehalve een dwangmiddel voor een imaginaire ‘holebi -en transgender’-agenda.
Burgerlijke onrusten waren een wederkerend reactionair discours om de status quo te veranderen.
Slembrouck ziet geaardheid echter niet als aangeboren, in het opiniestuk verwijst hij naar LGBTQIA+-rechten als “individuele levenskeuzes”. Een slag in het gezicht van wetenschappelijke consensus rond het onderwerp, een rode vlag dat LGBTQIA+-sensitivity blijkbaar geen vereiste is binnen de humanistische zuil.Veel LGBTQIA+-personen beschrijven zichzelf als vrijzinnig en willen alleen maar kunnen rondlopen in België zonder bespuugd te worden, zonder extra aandachtig te moeten zijn voor iedere actie die ze ondernemen of zonder homofobe parlementairen te moeten aanhoren die intellectueel zo scherp zijn als een bowlingbal.
Laten we gezamenlijk werken aan een meer harmonieuze samenleving, ook al schoppen we daarbij tegen schenen. Laten we gezamenlijk onze kritiek focussen op instellingen die als aasgieren op homofobie teren voor een procentje in de peilingen. Laten we gezamenlijk uit de kast komen, en in de straten kruipen om onze stem te laten horen.