Dit artikel verscheen in De Morgen.
Moet aardrijkskunde wijken voor het vak klimaat?
Oskar Seuntjens, voorzitter Jongsocialisten:
“Ik vind het op zich geen slecht idee, maar ik zou het zelf niet op deze manier hebben aangepakt. Het klimaat is een superbelangrijk onderwerp en we moeten daar veel meer over weten, maar het is té belangrijk om dat snel in een vakje te gieten. Ik denk dat het klimaat in meerdere vakken een plaats moet krijgen. In het vak aardrijkskunde kan er geleerd worden wat klimaatverandering is, wat de oorzaken zijn en zo meer. Maar er kan evenzeer bij geschiedenis over klimaat gesproken worden. Dan denk ik aan de rol van de industriële revolutie op klimaatverandering bijvoorbeeld. Of leerlingen in humane wetenschappen kunnen de sociale impact van klimaatverandering en de gevolgen op migratie bestuderen. In een wetenschapsrichting kunnen ze dan weer leren hoe technologie een wapen kan zijn om de opwarming te beperken.
“Bovendien kunnen leerlingen in de lagere school al notie krijgen van klimaatverandering. Dat kan stapsgewijs ingebed worden, en hoeft dus niet enkel voor de tweede graad van het secundair onderwijs een vak te zijn.
“Toen ik op de middelbare school zat, was er amper sprake over klimaat. Het was te oppervlakkig om er echt iets uit te leren. Leerkrachten spraken toen enkel over kleine dingen, zoals het licht uitdoen als je een kamer verliet. We leerden niet wat de oorzaak was, wie de verantwoordelijkheid droeg, wie de gevolgen draagt... In dat opzicht is dit idee een stap in de goede richting. Al denk ik dat de leerstof niet genoeg zal blijven plakken als dat maar in één vakje wordt gegoten.
“Veel wetenschappers hebben ondertussen duidelijk gemaakt dat het klimaat de komende decennia een van de grootste uitdagingen wordt. Daarom moeten we mensen nu opleiden zodat ze er later mee aan de slag kunnen. Er is geen betere plaats om dat te doen dan op school.
“En last but not least: ik vind dat ook leerkrachten opgeleid moeten worden over het klimaat. Het onderwerp klimaat kan daarom best opgenomen worden in de lerarenopleiding, net zoals andere maatschappelijke problemen.”